Obstakels en handelingsperspectief in Rotterdamse haven
Viktor van de Chijs, voorzitter van de Rotterdamse ondernemersorganisatie voor de haven en industrie Deltalinqs, vertelt dat diverse obstakels de energie- en grondstoffentransitie in de Rotterdamse haven in de weg staan. Het gaat dan om netcongestie, onzekerheden in vergunningverlening, en de concurrentie in het buitenland die niet verduurzaamt. Denk aan de instroom van goedkope virgin plastics uit Azië, en het niet goed van de grond komen van de marktvraag naar groene producten. Van de Chijs biedt echter ook handelingsperspectief: industriebeleid moet zekerheid, voorspelbaarheid, transparantie, stabiliteit en coherentie bieden, in een gelijk speelveld . Door integraal bestuur kunnen obstakels op het gebied van vergunningverlening, ruimtelijke inpassing, stikstofruimte en netcongestie synchroon worden opgelost. Ook projectrisico’s kunnen dan integraal worden afgewogen en op basis daarvan kunnen taken worden gedelegeerd naar bedrijven.
Reflectie op inleiding
Djoeke Altena van Neste, Tim de Knegt van Havenbedrijf Rotterdam en Corné Boot van olie- en gasmaatschappij BP reflecteren vervolgens ieder vanuit het eigen bedrijfsperspectief op de inleiding. Wat zij signaleren is onder andere dat de transitie vastloopt op politieke en juridische gronden, dat er met subsidies wordt geïnvesteerd in bio-raffinaderij en dat de energie- en grondstoffentransitie in het buitenland harder gaat dan in Nederland.
Verder gaan Van Neste, De Knegt en Boot in op vragen van de zaal. Een daarvan is hoe de industrie in de Rotterdamse haven er in 2050 uitziet. Hun antwoord: de industrie zal blijven, maar in een andere vorm. Er zullen andere producten geproduceerd worden, minder fossiel en meer biogrondstoffen en duurzame energie. De sterke positie van Rotterdam als diepe zeehaven met goede bereikbaarheid maakt het daarnaast een toekomstbestendige industriecluster.