Optimaliseren of ander concept?
Marte Altenburg van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) legt uit dat energie- en procesefficiëntie een van de milestones is in de routekaart van het NPVI. Ook vertelt ze over de Energy Efficiency Directive (EED): een nieuwe Europese richtlijn die landen verplicht om hun energieverbruik te verminderen. Vanuit de zaal komt de vraag waarom dit beleid bovenop een goed functionerend ETS-systeem komt. Ook is er discussie over het uiteindelijke doel: gaat het om CO2-reductie door optimalisatie? De conclusie stuurt aan op een ander idee waaruit nog meer winst te behalen valt: komen tot efficiëntere productie met behulp van een verfrissend ‘totaalconcept’.
Energiebesparing dankzij subsidie
Wereldwijde onderneming Avébe maakt producten uit aardappels, zoals (gemodificeerd) aardappelzetmeel en aardappeleiwit. Director Energy Erik Koops legt uit dat dit energie-intensieve processen zijn. “In het verleden testten we al verschillende alternatieve processen om energie te besparen, maar zonder succes.” Toch behaalden ze uiteindelijk wel succes. Dit lukte met een gesubsidieerd pilotproject waarbij ultrafiltratie en reverse osmose werden ingezet. “We hebben over de hele fabriek twintig procent energiebesparing kunnen realiseren. Ook werkt de nieuwe technologie waterbesparend. Dit hadden we niet kunnen realiseren zonder de DEI-subsidie.”
‘Breng energiestromen in kaart’
Producent en leverancier van kinder- en babyvoeding Ausnutria maakt babyvoeding op basis van geitenmelk. Dat gebeurt met drie energie-intensieve processen: pasteurisatie en indampen (beiden ongeveer 75 graden Celsius) en sproeidrogen (180 graden Celsius). De directie van het bedrijf gaf opdracht om een nieuwe, volledig elektrische, babyvoedingsfabriek te bouwen. Daarmee willen ze een uitstoot van nul bereiken voor zowel NOx als CO2.
“We hadden geen voorbeelden”, vertelt Jelte Smits van Ausnutria. “Onze eerste stap was om onze thermische behoeften duidelijk te krijgen. Die vertaalden we naar een Sankey Diagram, een model om energiestromen in kaart te brengen. Dat leidde tot de keuze om tweetraps warmtepompen in te zetten, op zich een bekende technologie, maar niet op deze temperaturen.”
Vier jaar na de start is een energiereductie van veertig procent ten opzichte van de gebruikelijke processen gerealiseerd. Ook is het watergebruik met vijftig procent teruggebracht en gaan er minder grondstoffen verloren. Smits: “De productie is wel duurder dan met gas, mede door hoge kosten van de elektriciteitsaansluiting en de gestegen netwerkkosten.”