PBL: Hogere klimaatambitie vergt snellere uitvoering en meer beleid

03-11-2022

Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving moeten bestaande CO2-reductieplannen sneller worden uitgevoerd om het Nederlandse klimaatdoel in 2030 te halen. Bovendien is ook aanvullend beleid nodig voor 55 procent emissiereductie in 2030. Dat blijkt uit de Klimaat- en Energieverkenning 2022.

Branches

Keramische industrie
Levensmiddelenindustrie
Chemische industrie
Metallurgische industrie
Papier- en kartonindustrie
Glasindustrie
Afval- en recyclingsector
ICT-sector
Olie- en gasexploratiebedrijven
Kunststoffenindustrie

Industrieclusters

Cluster Chemelot
Cluster Noord-Nederland
Cluster Noordzeekanaalgebied
Cluster Rotterdam-Moerdijk
Cluster Zeeland/West-Brabant
Cluster 6
Cluster 7

Het kabinet heeft in het coalitieakkoord een flink pakket aan klimaatmaatregelen aangekondigd. Deze plannen leveren extra reductie op, maar de geraamde daling van de broeikasgasemissies in 2030 loopt nog niet in de pas met de aanscherping van de doelstelling van 49 naar 55 procent emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990. Daardoor is de afstand tot het doel in het afgelopen jaar groter geworden, terwijl de tijd om het doel te halen korter wordt. Dat blijkt uit de Klimaat- en Energieverkenning 2022 (KEV).

Extra emissiereductie

Op basis van concreet uitgewerkt beleid is in 2030 de geraamde emissie 39 tot 50 procent lager dan in 1990. Vanwege onzekerheden zit hier een bandbreedte in. Daarmee moet nog een afstand van 5 tot 16 procentpunt, ofwel 12 tot 36 megaton, worden overbrugd tot het doel van 55 procent emissiereductie in 2030. Een deel van de nog niet uitgewerkte plannen uit het Coalitieakkoord kan in 2030 voor 5 à 6 megaton extra emissiereductie zorgen. Hieronder vallen onder andere maatwerkafspraken met grote uitstoters en productie van groene waterstof in de industrie.

Knelpunten

Ook knelpunten op het gebied van arbeidsmarkt, vergunningverlening, grondstoffentoevoer en netcapaciteit manifesteren zich nadrukkelijk als obstakel voor de uitvoering van klimaatbeleid. Netbeheerders zien de productie van 35 terawattuur zon en wind op land in 2030 als maximaal haalbaar op het huidige elektriciteitsnet. Het is belangrijk dat het kabinet zich inspant via wet- en regelgeving om de randvoorwaarden te scheppen die noodzakelijke investeringen mogelijk maken.

Energieprijzen

Cijfers van het CBS en de Emissieregistratie tonen dat de Nederlandse broeikasgasemissie in de eerste helft van dit jaar onder invloed van de hoge energieprijzen en een zacht en zonnig voorjaar 9 megaton lager lag dan in 2021. Door de hoge gasprijzen gebruiken de chemische industrie en raffinage fors minder aardgas en hebben diverse bedrijven energie-intensieve installaties deels of volledig stilgelegd.

Ongeveer de helft van de 4 megaton hogere emissiereductie in deze KEV, vergeleken met de KEV 2021, is toe te schrijven aan de hogere energieprijzen. De hogere prijzen in 2030 zorgen naar verwachting voor minder energieverbruik in de glastuinbouw, de industrie en gebouwde omgeving.

Energiebesparing

Ondanks een lager energieverbruik in 2030 zal Nederland de twee Europese doelen voor energiebesparing uit de Europese Energie Efficiëntie Richtlijn in de KEV-raming niet of ternauwernood halen. Tegelijkertijd wordt in het kader van Fit for 55 en REPowerEU in Europa onderhandeld over het verhogen van deze doelen voor energiebesparing.

Warmtevoorziening

In 2030 zal volgens de KEV 85 procent van de elektriciteit hernieuwbaar zijn. Dat is 11 procentpunt meer dan de raming van vorig jaar, vooral dankzij extra windparken op zee. Het aandeel hernieuwbare warmte stijgt daarentegen naar verwachting slechts van 8 procent nu naar 14 procent in 2030. Dit groeitempo ligt beduidend lager dan wat de Europese Hernieuwbare Energie Richtlijn voorschrijft.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen