Mark Rippens en Ad Maas vertellen over de verduurzaming van de glaswolproducent.
Zowel Rippens als Maas leggen uit dat de duurzame missie van Saint-Gobain gelijk staat aan die van heel Nederland: naar nul CO2-uitstoot in 2050, oftewel CO2-neutraal zijn. Om dat te bereiken, keek het bedrijf eerst naar zijn glasoven. Het vervangen van de gasgestookte oven door een hybride variant is een belangrijke stap om het bedrijf te verduurzamen.
Kijken naar kosten én duurzaamheid
Rippens: “Met deze nieuwe oven zetten we een grote stap in de verduurzaming van het bedrijf. Binnen het World Class Manufacturing programma van Saint-Gobain keken we naar 2 zaken: de risico’s op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid (EHS) en de operationele kosten. We maakten inzichtelijk waar we gas voor gebruiken en waarvoor elektriciteit. We zagen toen dat onze glasoven de grootste gasverbruiker was. En dat kostte wat. Dat wilden wij uiteraard verminderen. Daarnaast is het gebruik van gas niet duurzaam. Een glasoven gaat ongeveer 10 tot 15 jaar mee. Het is daarom slim om ook te kijken naar de oven die je in de toekomst zou willen hebben en welke impact deze heeft op het milieu. Dit gaat hand in hand met de kosten tijdens de gebruiksperiode. Je wilt geen oven in gebruik nemen die totaal niet kan concurreren met vergelijkbare bedrijven in het buitenland.”
Volledig elektrisch was geen optie
Saint-Gobain Isover’s concurrenten zitten voornamelijk in België, vlak over de grens. Daar gelden heel andere regels en zijn de energiekosten veel lager. Rippens en Maas keken voor Saint-Gobain Isover ook naar andere opties, zoals een volledig elektrische oven.
Rippens: “De optie van een volledig elektrische oven wilden we goed verkennen, omdat we ook rekening moeten houden met de dure Europese emissierechten. De vrije rechten worden afgebouwd. In 2036 komen deze op nul te staan. De overige rechten, waarbij je ‘ruimte’ koopt om CO2 te mogen uitstoten, worden steeds duurder. Uiteindelijk kozen we toch niet voor volledig elektrisch. En dat was maar goed ook, want door netcongestie in Nederland zou dat een onwerkbare en dure situatie zijn geweest. We hadden nooit en te nimmer de elektriciteit kunnen krijgen om naar een volledig elektrische oven over te gaan. De keuze is toen, na lang overwegen, gevallen op een hybride vorm.”
Productieproces in het kort
Om te snappen waarom er veel energie nodig is om glaswol te produceren, legt Rippens kort het productieproces uit. “We gebruiken grondstoffen om glasvezels te maken en een bindmiddel dat ze bij elkaar houdt. Van de grondstoffen bestaat 70% uit glasscherven. Daarnaast gebruiken we onder andere zand en soda. Dat mengen we allemaal en dat voer je toe naar een glasbad, waar de grondstoffen smelten.
In de oude situatie verwarmden vlammen van gas en lucht het bad aan de bovenkant. De infrarode straling gaat ook naar het plafond en kaatst weer terug. Daardoor ontstaat een gesmolten brei van 1300 °C. Het vloeibare glas valt in een draaiende trommel die ronddraait als een suikerspinapparaat. Er zitten allemaal kleine gaatjes in, waardoor het glas naar buiten wordt gedrukt en de glasvezel zich vormt. De glasvezels vallen vervolgens naar beneden, worden besproeid met een natuurlijk bindmiddel waarna de vezels op een lopende band vallen. Daarna wordt het uitgehard en ontstaat glaswol.”
Gas-luchtoven energetisch erg ongunstig
Rippens: “De oude oven maakte gebruik van gas en lucht. Dit kan duurzamer. Als je laagcalorisch gas verwarmt, wil je een volledige verbranding van je methaan en zuurstof. Maar die zuurstof zit maar voor 20% in de lucht, dus je verwarmt een heel groot volume om te komen tot een volledige verbranding. De stikstof in het gas verwarm je ook, waardoor stikstofoxiden (NOx) ontstaan. En dat is niet wat je wil. Bovendien produceert een gas-luchtoven veel CO2.”
Hybride oven maakt proces duurzamer
Rippens: “In een hybride oven voer je warmte toe aan het glasbad via ijzeren staven waar elektriciteit doorheen loopt. Met de elektriciteit vervang je een deel van het gas dat we anders zouden gebruiken. Daarnaast gebruiken we zuurstof in plaats van lucht. Daardoor hoef je minder volume op te warmen en krijg je minder NOx-emissie.
Uiteindelijk zien we een enorme reductie van de CO2- en NOx-uitstoot met deze hybride-oven. Doordat we verduurzamen met een innovatieve technologie, kregen we subsidie van het European Innovation Fund (IF).”
Natuurlijke binder zorgt voor minder ammoniak
Bij de productie van glaswol gebruikt Saint-Gobain Isover twee typen bindmiddelen: een conventioneel bindmiddel en een variant die bestaat uit natuurlijke grondstoffen. Het laatste type voorkomt ammoniakemissies. Ook daarin verduurzaamt de producent.
Rippens: “Ten opzichte van 2022 is onze ammoniakemissie met 75% gedaald. Een groot deel van onze producten maken wij nu met dat natuurlijke bindmiddel.”
De toekomst: elektrisch of waterstof?
Zowel Rippens als Maas geven aan dat een volledig elektrische glasoven een optie is voor de toekomst. Maar daarbij geven de heren wel aan dat kan worden ingehaald door andere technologieën.
Rippens: “Een glasoven gaat normaal gesproken ongeveer 10 jaar mee, dus in 2034 moeten we een nieuwe oven plaatsen. Dat betekent dat we eigenlijk al in 2030 na moeten denken over onze volgende oven. Daarbij spelen de operationele kosten een belangrijke rol. Als je onze elektriciteit- en gasprijzen vergelijkt met de prijzen in België, Duitsland en Frankrijk; dan liggen die prijzen een stuk hoger.”
Beschikbaarheid elektriciteit en waterstof
Rippens: “De beschikbaarheid van elektriciteit is een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar ook de beschikbaarheid van waterstof. Stel dat je voor een nieuwe oven kijkt naar waterstof. Als je gas door waterstof vervangt en het is betaalbaar, dan heb je alsnog een technische uitdaging. Waterstof + zuurstof geeft namelijk water. Dat water vormt zich dan in de glasoven. Wat doet dat met de kwaliteit? Maar ook belangrijk: is de beschikbaarheid van waterstof op termijn haalbaar? Er wordt nu bijvoorbeeld een pijplijn aangelegd van Moerdijk naar Chemelot en een waterstofleiding van Noord-Nederland naar het zuiden. Hoe ver komt zo’n waterstofleiding van ons te liggen?
Wij hebben ook gesproken over elektrolysers voor lokale waterstofproductie. Kun je zo’n elektrolyser hier lokaal in Etten-Leur plaatsen? Dat zijn vragen waar we eigenlijk vanaf nu tot 2030 een antwoord op moeten krijgen. Ik ben nu al bezig met thema’s zoals waterstof en verdere elektrificatie. Het zal allemaal ook afhangen van hoe het elektriciteitsnet erbij staat in 2030/2034.”
Knelpunten
Tijdens het aanschafproces van de nieuwe hybride glasoven stuitte Saint-Gobain Isover ook op een aantal knelpunten. Rippens: “Een belangrijk knelpunt in het hele proces was de beschikbaarheid van elektriciteit. Door goed onderling overleg met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Cluster 6, provincie Noord-Brabant en Enexis hebben we voor elkaar gekregen dat we toch die benodigde capaciteit op tijd hebben gekregen.
Rippens: “Een ander knelpunt, dat we gelukkig hebben opgelost, is de milieuvergunning. We hadden een milieuvergunning uit 2000, die we met de bouw van de nieuwe glasoven moesten herzien, zei de omgevingsdienst: ‘Kom maar met jullie aanvraag’. Die aanvraag deden we medio 2023. We hebben heel nauw contact gehad met de omgevingsdienst en uiteindelijk kregen we de milieuvergunning eind april 2024, ruim voor de start van de bouw van de nieuwe glasoven.”