De snelste manier om de industriële CO2-uitstoot fors te verlagen, is het afvangen van CO2 uit restgassen om het broeikasgas vervolgens ondergronds op te slaan. Het Noorse Equinor heeft hier al 30 jaar ervaring mee. De Noren scheiden het gas dat ze offshore winnen in waterstof en CO2 om dat laatste gas vervolgens op te slaan in een poreuze ondergrondse laag onder het gasveld.
Het Klimaatakkoord van Parijs inspireerde Energiebeheer Nederland (EBN), Gasunie en Port of Rotterdam om hetzelfde te doen met afgevangen CO2 van de Rotterdamse industrie. Zij noemden het project Porthos, wat staat voor Port Of Rotterdam Transport Hub and Offshore Storage. De CO₂ gaat per onderzeese pijpleiding naar het P18A-platform, circa 20 kilometer uit de kust. Vanaf het platform pompt men de CO₂ via bestaande gasputten in een afgesloten reservoir van poreus zandsteen, ruim 3 kilometer onder de Noordzee.
Belangrijk project voor emissievrije Europese industrie
Inmiddels werkt het Porthos-consortium hard aan de aanleg van de 33 kilometer lange pijpleiding die het afgevangen koolzuurgas transporteert naar het compressorstation op de Tweede Maasvlakte. En begin 2025 begint men aan de 22 kilometer lange zeeleiding en de werkzaamheden aan het offshore platform. Het compressorstation dat het gas naar hogere druk brengt is ook in aanbouw en zal begin 2026 klaar zijn.
Als alle werkzaamheden volgens planning verlopen, kan de leiding de afgevangen CO2 afvoeren en opslaan van Shell, ExxonMobile, Air Liquide en Air Products. Public affairs medewerker van Porthos Lucas de Graaf: “Hoewel het project in sommige opzichten lijkt op wat Equinor doet in het Sleipner-veld, zijn er wel degelijk verschillen. Zo ligt er geen leiding tussen de Noorse kust en het platform. En ook de geologische omstandigheden verschillen omdat wij uitgeproduceerde gasvelden gebruiken als opslag.”
Een uniek project dus, wat de Europese Unie erkende en beloonde met een Connecting Europe Facility toekenning. De Graaf: “De EU bestempelde Porthos als een project of common interest en subsidieert met €102 miljoen, waarmee we de CAPEX verlagen. De klanten kunnen bovendien aanspraak maken op een SDE++ vergoeding. ”
Koppeling met Aramis-project vergroot impact
Met de 4 klanten is de Porthos-leiding gevuld. Dat wil zeggen, de zeeleiding. De landleiding heeft een capaciteit van 10 Megaton. En het compressorstation is zodanig overgedimensioneerd dat hij ook CO2 van de geplande Aramis-leiding kan behandelen. Maar dat koolzuurgas gaat wel naar andere velden. Het P18-veld, nu nog in eigendom van Energiebedrijf Taqa, kan namelijk circa 37 Mton CO₂ opslaan. De Graaf: “De klanten van Porthos kunnen SDE++ subsidie krijgen voor een totaalbedrag van €2 miljard. Hoe hoog dat bedrag exact wordt, is afhankelijk van de ETS-prijs. Als die ver genoeg stijgt, is er helemaal geen subsidie nodig voor onze klanten. De SDE++ subsidie hanteert een periode van 15 jaar, waardoor de bedrijven maximaal 2,5 megaton CO2 per jaar gesubsidieerd krijgen. Daarmee is het veld in 15 jaar gevuld.”
Het goede nieuws is dat het andere CCS-project, Aramis, nog niet is volgeboekt. Consortiumleden ToTalEnergies, Shell Energiebeheer Nederland en Gasunie, verwachten vanaf 2028/2029 jaarlijks 22 Mton CO2 te kunnen opslaan. Het tracé van de leiding ligt nog niet geheel vast, maar zal ook de industrie in het Amsterdamse havengebied de mogelijkheid geven zijn CO2 op te slaan. Groot voordeel is dat daarvoor de bestaande OCAP-leiding voor kan worden gebruikt. Die levert nu nog CO2-aan de glastuinbouw, maar kan dus straks ook CO2 naar de opslaglocaties.
Daarbij kunnen derden ook CO2 per schip aanvoeren via de speciaal daarvoor gebouwde CO2Next-terminal. Ook dit gas kan via het compressorstation en de offshoreleidingen van de partners van Aramis naar de offshore velden worden getransporteerd.
Hoewel de definitieve investeringsbeslissing voor Aramis nog niet genomen is, zijn er wel al 3 kandidaatvelden voor opslag van het broeikasgas. TotalEnergies, Shell en Eni Energy kunnen hun uitgeproduceerde velden inzetten voor CO2-opslag.
Groot infrastructureel project in druk tracé
De belofte is dus groot, maar voorlopig concentreert de projectorganisatie zich op de eerste stappen naar CO2-invoeding en injectie. Gelukkig verloopt de bouw van zowel de Porthos-leiding als het compressorstation volgens planning. Recent meldde de projectorganisatie nog dat de boring onder het Beerkanaal in de Rotterdamse Europoort met succes was afgerond. De Beerkanaal-kruising is één van 40 speciale kruisingen binnen het Porthos-tracé. Maar deze was extra speciaal omdat het de langste en diepste boring van het project is. De horizontaal gestuurde boring heeft een lengte van 1.445 meter en een diepte van 50 meter. Deze verbindt beide zijden van het Beerkanaal en is een belangrijke mijlpaal voor de voltooiing van het Porthos-project.
Eerst afspraken maken over CO2-waarden
De Graaf: “Porthos is het eerste grootschalige CCS-project in Europa. Om meer projecten van de grond te laten komen, is het belangrijk dat de Europese Commissie snel met het aangekondigde regelgevingspakket komt, zodat er duidelijkheid ontstaat over bijvoorbeeld de benodigde CO2-waarden. Duidelijkheid zal zorgen voor meer investeringsbeslissingen en de - voor het behalen van de klimaatdoelen - zeer nodige infrastructuur.”
Online Inspiratietour CO2-afvang -opslag en gebruik
Lucas de Graaf is een van de sprekers in de onlie inspiratieour over CO2-afvang, -opslag en -gebruik. Samen met Hugo Middelkamp van AVR en Jan-Willem Könemann van TNO geeft hij een overzicht van de stand van zaken rondom deze transitieroute.
Schrijf je in