De huidige infrastructuur moet aanzienlijk worden uitgebreid en aangepast om te voldoen aan de toenemende vraag naar duurzame energie en grondstoffen.

Dit thema richt zich op het verzekeren van voldoende energie-infrastructuur voor de industrie. Het NPVI beoogt een helder begrip van de vraag, voldoende investeringen, en de juiste prioritering en voortgang bij de planning en realisatie te waarborgen, met speciale aandacht voor het  Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat (MIEK) en de Cluster Energie Strategieën (CES-sen).

Voldoende capaciteit aan energie-infrastructuur

Het overkoepelende doel op het thema infrastructuur is om te zorgen voor voldoende energie-infrastructuur. Het is cruciaal dat de infrastructuur de toekomstige vraag aankan. Dit vereist nauwkeurige vraag- en aanbodprognoses, stevige investeringen en op elkaar aansluitende plannen. Voortgang op de realisatie is van levensbelang. Het MIEK speelt hierin een centrale rol.

Om beeld te krijgen van de (industriële) verwachte vraag naar duurzame energie(dragers) en welke infrastructuur daarvoor nodig is, beschrijven de zes industrieclusters elke twee jaar de ontwikkelingen op het gebied van energievraag en emissies in de CES-sen. Bij de CES-3.0 rapporten hebben de industrie, netbeheerders en Rijk samengewerkt in het landelijk Data Safe House. De CES-sen zijn daarna de input voor de MIEK-selectie van 2024 en voor de investeringsplannen (IP) van de netbeheerders van 2026.

Vervolgens is bij de planning en realisatie van projecten de samenwerking tussen partijen in en tussen de industriële clusters essentieel. Hier komen rollen en verantwoordelijkheden van netbeheerders, overheden en de industrie in de praktijk samen. De Stuurgroep NPVI vormt het platform waar knelpunten op de voortgang besproken kunnen worden.