De bekende lithium-ion batterijen die in de meeste elektrische auto’s zitten, hebben toch nog een fossiel component. Het lithiumzout dat elektriciteit geleid en opslaat, is namelijk opgelost in een organisch middel. Alta Group ontwikkelde een proces dat afgevangen CO2 omzet in dit soort oplosmiddelen.

In een reactor bindt de CO2 zich aan zogenaamde epoxiden, cyclische ethers met 3 ringatomen. Voorbeelden van epoxiden zijn etheenoxide en propeenoxide. Die 2 stoffen reageren dan tot de oplosmiddelen propyleencarbonaat en ethyleencarbonaat. Dit zijn 2 bekende oplosmiddelen voor de lithium-ionbatterijen. Maar het rijtje oplosmiddelen en toevoegingen is nog veel langer. In theorie zouden dus een hoop producten groener kunnen worden geproduceerd. 

Katalysator werkt onder atmosferische druk 

Het proces dat Alta Group ontwikkelde is behalve circulair ook veel energiezuiniger dan de gebruikelijke productiemethoden. Het geheim van het proces zit vooral in de katalysator die zijn werk doet onder atmosferische druk en lage temperatuur. Daarmee verbruikt hij 80% minder energie dan de huidige technologieën. De katalysator is bovendien zeer selectief, waardoor er weinig bijproducten tijdens de reactie ontstaan. Ook handig is dat eventuele vervuiling in de CO2 geen nadelig effect heeft op de werking van de katalysator. En na gebruik kan de katalysator weer eenvoudig worden geregenereerd en opnieuw ingezet in een volgende batch. 

Geld nodig voor proeffabriek 

Frank Vergunst, CEO Alta Group, heeft er dan ook veel vertrouwen in dat de producenten van lithium-ion batterijen straks overstappen op zijn groene alternatieve oplosmiddelen. “Maar voordat het zover is, moeten we wel eerst een proeffabriek bouwen. En daarvoor hebben we geld nodig.

Ik heb inmiddels zelf al zo’n €6 miljoen in de ontwikkeling van de katalysator en bijbehorende technologie gestoken. Nu hebben we nog €4,5 miljoen nodig voor de bouw van de eerste proeffabriek met een capaciteit van 0,5 kiloton. Daarna willen we opschalen naar een demofabriek die een capaciteit van 2,3 kiloton heeft. Een commerciële fabriek die een capaciteit heeft van 23 kiloton wordt in 2028 in bedrijf genomen. Deze stappen zijn nodig om rond 2030 een grootschalige fabriek te bouwen met een capaciteit van 100 kiloton. 

We hebben al een stuk land van 5,7 hectare gereserveerd op het terrein van Dow Terneuzen en een letter of intent van afnemers op zak. Maar helaas staan de banken niet in de rij om ons geld te lenen. Die krijgen pas interesse als er een hard afnamecontract is getekend.” 

Opschaling van innovatieve technologie lastig te financieren 

Die terughoudendheid van banken en andere kredietverstrekkers komt vooral, omdat het om een nieuw product en productiemethode gaat. Vergunst: “Voor de ontwikkeling van de katalysator konden we nog aanspraak maken op fondsen van de regionale ontwikkelingsmaatschappij Impuls Zeeland, de DEI+-subsidie en het Europese Joint Transition Fund.

De sprong van technology readiness level (TRL) 7 naar 9 is echter veel moeilijker te bekostigen. Een bank vraagt bijvoorbeeld of we de balans van de afgelopen 2 jaar kunnen overhandigen. Dat kunnen we niet, omdat we de productielijn nog moeten bouwen. Durfinvesteerders kunnen vaak wat meer risico nemen, maar stellen weer vaak hoge eisen. Ze vragen ons om over 10 jaar uit te stappen of stellen onmogelijke rendementseisen van 10 keer de bruto winst. Daarmee is het voor ons onmogelijk om de winst te herinvesteren in ons bedrijf. Dat is niet de manier waarop wij impact willen maken.” 

Innovatie met inzet van bewezen technologie 

Over de betrouwbaarheid van Alta Group hoeven investeerders zich volgens Vergunst geen zorgen te maken. “Wij zijn een ervaren engineering, procurement en construction-partij met jarenlange ervaring in grote projecten voor olie- en gasindustrie. Daar komt bij dat we alleen bewezen technologie inzetten. De werking van de katalysator is al bewezen. En omdat het proces niet veel meer is dan het mengen van de producten en de katalysator in een eenvoudige reactor, verwachten we ook niet veel opschalingsproblemen. Dat blijkt ook uit het risicoprofiel dat we lieten opstellen van zowel het project als de techniek. En de eventueel noodzakelijke mitigerende maatregelen zijn ook bekend en al geïmplementeerd.” 

Klaar voor een Europese batterij-industrie 

Waar Vergunst dan ook op hoopt, is een investeerder die meer oog heeft voor de impact op het milieu van de groene oplosmiddelen. “We kunnen in principe bijna alle oplosmiddelen die de batterij-industrie nodig heeft produceren. Als Europa zijn achterstand wil inhalen op het gebied van batterijtechnologie, is de kans groot dat er heel veel van deze middelen nodig zijn. Laten we dan vooral starten met duurzame producten. Als onze fabriek draait, kunnen we bij Dow en Yara afgevangen CO2 op een energiezuinige manier vastleggen in vloeistoffen die de energietransitie ondersteunen. De potentie is enorm, maar laten we beginnen met de eerste stappen.”