Clusterregisseur Rotterdam-Moerdijk Anne-Marie Spierings: “Ik wil bouwen aan vertrouwen”

19-10-2023

Anne-Marie Spierings zet haar ervaring met milieu- en energiepolitiek in om de energietransitie te versnellen. “Mijn primaire taak is het enthousiasmeren en motiveren van de betrokken personen om door te pakken. Als partijen elkaar vertrouwen, durven ze ook hun zorgen en belangen te delen.”

Branches

Chemische industrie

Industrieclusters

Cluster Rotterdam-Moerdijk

Industrieroutes

Waterstof

Anne-Marie Spierings stapte begin zomer 2023 over van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant naar Deltalinqs, de ondernemersvereniging voor de Rotterdamse haven- en industriebedrijven. Haar ervaring met milieu- en energiepolitiek strekt zich al veel langer uit. Bij Deltalinqs vervult ze de rol van programmadirecteur Economische Transitie, met de focus op klimaat, circulariteit en digitalisering. Zeker de eerste twee thema’s liggen in het verlengde van haar rol als clusterregisseur Rotterdam-Moerdijk. Hoewel ook digitalisering kan helpen bij de complexe opdracht van de clusterregisseurs: projecten versnellen, de voortgang bewaken en uitdagingen aanpakken. Want uitdagingen zijn er genoeg. Zo moeten bedrijven, overheden en netbeheerders beter samenwerken om investeringen in energie-infrastructuur mogelijk te maken.

Grondstoffentransitie

Het cluster Rotterdam-Moerdijk is van de 5 clusters de grootste in omvang en omzet. Dat maakt de toch al complexe energietransitie niet persé eenvoudiger. “Daarbij komt nog de grondstoffentransitie”, zegt Spierings. “Een groot deel van de CO2-emissies komt namelijk van door consumenten gebruikte en afgedankte producten die bedrijven in ons cluster produceren. Ofwel: brandstoffen en ingrediënten voor kunststoffen. Om ook die emissies te verminderen, zoeken de bedrijven in Rotterdam en Moerdijk niet alleen naar rechtstreekse CO2-reductie, maar ook naar duurzame alternatieven voor hun grondstoffen.” 

Emissieloze waterstof

Waterstof is een goed voorbeeld van een energiedrager die geen emissies oplevert bij de klanten van de bedrijven. Maar dan moeten de bedrijven wel mogelijkheden hebben om die emissieloze waterstof te produceren of te importeren. Vervolgens moeten ze het nog bij de klant krijgen. Dus ook electrolysers, importterminals en buisleidingen moeten snel worden aangelegd.”

Offshore windstroom

Spierings vervolgt: “Inmiddels zijn er al grote stappen gezet om de bedrijven in het cluster te ondersteunen bij hun missie. Zo wordt er al hard gewerkt om het conversiepark toegankelijk en bouwrijp te maken. Hier zullen bedrijven als Air Liquide, Vattenfall, Shell, Nobian, HyCC en bp hun electrolysers bouwen voor de productie van groene waterstof. Om dat mogelijk te maken, landt straks 7,4 GW aan offshore windstroom aan. Gasuniedochter HyNetworkservices werkt aan de leiding die de waterstof transporteert naar de gebruikers. Ook het CO2-afvang- en opslagproject Porthos lijkt alle seinen op groen te hebben als het gaat om vergunningen en financiering. Daarmee is ook de productie van waterstof uit (rest)gas mogelijk zonder CO2-uitstoot.”

Capaciteit

Spierings: “De voorzieningen in Rotterdam zijn al behoorlijk goed. Denk bijvoorbeeld aan een zeer uitgebreide buisleidingstraat tussen Rotterdam en Antwerpen. Daarmee is het Rotterdamse cluster ook verbonden met Moerdijk. Maar de behoefte aan transportcapaciteit voor elektriciteit, waterstof en CO2 groeit sterk. Vooral de capaciteit van de infrastructuur voor elektriciteit schiet nu al drastisch tekort, waardoor bedrijven niet kunnen verduurzamen. De nieuwe infrastructuurbehoefte is ook gericht op het Duitse achterland: de Delta Rhine Corridor.” 

Forse uitbreiding

“Het is de vraag of de capaciteit van de buisleidingentunnel onder het Hollands Diep nog voldoet, want er is behoefte aan diverse nieuwe buizen. Naast waterstof en CO2 overweegt de industrie om waterstof ook te transporteren in de vorm van ammoniak. En ook een stukje van de hoognodige uitbreiding van het hoogspanningsnet, namelijk een gelijkstroomkabel naar Limburg, zou via het tracé van de Delta Rhine Corridor kunnen plaatsvinden. Voor deze plannen zijn wel milieu- en omgevingsvergunningen nodig. Bovendien willen netbeheerders wel zeker weten dat ze ook afnemers hebben voor de extra capaciteit.  Daarom moet ook de industrie duidelijkheid geven over welke plannen ze op welk moment uitvoeren. Dat zijn allemaal risico’s op vertraging.”

Ik zie mijn bijdrage vooral in de soft skills: het bouwen aan vertrouwen dat betrokken partijen hun agenda’s opengooien zonder direct een advocaat erbij te roepen.

Het zijn met name dit soort complexe infrastructuurvraagstukken waarin de clusterregisseur een rol kan spelen. Anne-Marie Spierings: “Mijn primaire taak zie ik als het enthousiasmeren en motiveren van de betrokken personen om door te pakken. De industrie, netbedrijven en overheden hebben allemaal hun eigen motieven en agenda’s die projecten kunnen vertragen. Ik zie mijn bijdrage vooral in de soft skills: het bouwen aan vertrouwen dat betrokken partijen hun agenda’s opengooien zonder direct een advocaat erbij te roepen. Als partijen elkaar vertrouwen, durven ze ook hun zorgen en belangen te delen.” 

Inzicht en begrip

“Partijen begrijpen elkaar ook niet altijd. Bij veel bedrijven ontbreekt bijvoorbeeld kennis over wet- en regelgeving die niet op henzelf betrekking heeft. Zij kennen niet de reguleringskaders die de keuzevrijheid van netbeheerders beperken. Bedrijven worden op hun beurt weer vaak beperkt, doordat de grote strategische beslissingen vaak niet in Nederland worden genomen. Een groot deel van de bedrijven in Rotterdam en Moerdijk heeft een buitenlandse moeder. Inzicht en begrip voor elkaars beperkingen kan al helpen de besluitvorming te versnellen.”

Hoger doel

Ook bij de (semi)overheden ziet de clusterregisseur nog ruimte voor versnelling. “Natuurlijk moeten de ruimtelijke- en milieuvergunningen zorgvuldig worden uitgevoerd. Maar het karakter van een havengebied is anders dan in de gebouwde omgeving, of bijvoorbeeld een natuurgebied. De vergunningverlener zou hier meer rekening mee kunnen houden bij het bepalen van de veiligheids- en risicocontouren. Tegelijkertijd moet deze zich dan ook gesteund voelen door de hogere overheden.

Uiteindelijk is het de vraag hoe we met risico’s omgaan. We hebben tenslotte te maken met technologie en energiesystemen die deels nieuw zijn. Willen we daadwerkelijk met die projecten beginnen dan moet de wet- en regelgeving duidelijk zijn. Maar we moeten ook afspreken hoe we met onzekerheden omgaan. Misschien nog wel belangrijker is dat we altijd het hoger liggende doel voor ogen blijven houden als toetssteen voor beslissingen over ruimte, veiligheid en milieu.”

 

Clusterregisseurs: bruggenbouwers voor verduurzaming

Een intensievere samenwerking tussen publieke en private partijen is essentieel om de verduurzaming van de industrie te realiseren. Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie geeft die publiek-private samenwerking in belangrijke mate vorm in de 6 industrieclusters. Daar vindt  afstemming plaats over investeringsbeslissingen, ruimtelijke inpassing, vergunningverlening, en projectuitvoering in de industrieclusters.

De aanpak in de clusters vraagt een goede organisatie tussen industrie, netbeheerders en overheden, om te zorgen dat bedrijven en netbeheerders in goede samenhang investeren in verduurzamingsprojecten. Clusterregisseurs versterken de samenwerking tussen die partijen in het cluster op het gebied van programmering en uitvoering van projecten.
De clusterregisseurs zijn:

  • Tjisse Stelpstra, cluster Noord-Nederland
  • Ingrid Post, cluster Noordzeekanaalgebied
  • Cees Oudshoorn, cluster Zeeland
  • Anne-Marie Spierings, cluster Rotterdam-Moerdijk
  • Mark Verheijen, cluster Chemelot

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen