Nederland zit midden in de energietransitie. We produceren en gebruiken steeds meer duurzame energie en fossiele brandstoffen maken plaats voor elektriciteit. De vraag naar ruimte op het stroomnet groeit daarmee ook explosief, waardoor het stroomnet op steeds meer plekken (tijdelijk) vol raakt.
Landelijk actieplan
Onder leiding van speciaal coördinator Ben Voorhorst stelden netbeheerders, ACM, medeoverheden, marktpartijen en het ministerie van EZK het Landelijk Actieprogramma Netcongestie op. Hierbij gebruikten de onderzoekers ook de lessen van de regionale aanpak van het volle stroomnet in onder meer in Noord-Brabant, Limburg en de regio Amsterdam. Met het actieplan willen de betrokken partijen aan meerdere knoppen tegelijk draaien om de problemen met het volle stroomnet zoveel mogelijk te beperken en voorkomen.
Sneller bouwen
Het zo snel mogelijk uitbreiden van het elektriciteitsnet blijft de grootste prioriteit. De netbeheerders investeren op dit moment jaarlijks 3,9 miljard euro in het elektriciteitsnet. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2019.
De praktijk laat zien dat de netbeheerders, overheden en marktpartijen de doorlooptijd van uitbreiding van het stroomnet met meerdere jaren kunnen verkorten. Dat kan door plannen beter op elkaar af te stemmen en procedures parallel en sneller te doorlopen.
De bestuurlijke coördinatie van de netuitbreidingen komt in handen van de provincies. Bijvoorbeeld in de vorm van een ‘energyboard’ waar overheden met netbeheerders en industrieclusters projecten per gebied gebundeld en integraal aanpakken. Dit zorgt ervoor dat vergunningprocedures sneller kunnen worden doorlopen.
De partijen spraken af dat netbeheerders en marktpartijen elkaar eerder in het proces betrekken bij geplande investeringen. Daarmee zorgen ze ervoor dat uitbreidingen van het stroomnet en de bouw- en verduurzamingsplannen beter op elkaar aansluiten.
Spitsmijden
Naast het uitbreiden van het net is het belangrijk om de bestaande ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Er kunnen meer partijen het net gebruiken als de netbeheerders de huidige ruimte flexibel kunnen inzetten.
De netten lopen met name op piekmomenten tegen hun grenzen aan. Daarom willen de betrokken partijen ook ‘spitsmijden’ voordeliger maken, flexibele contracten introduceren en het mogelijk maken om één aansluiting voor wind, zon én energieopslag te delen. Ook krijgt energieopslag eigen contractvoorwaarden, omdat opslag kan bijdragen aan het oplossen van netcongestie.
Flexibele capaciteit
Naarmate Nederland overgaat op een duurzaam energiesysteem wordt het steeds belangrijker om het energieverbruik aan te laten sluiten bij de (lokale) energieproductie. Bijvoorbeeld door een fabriek harder te laten draaien op momenten dat windparken op zee veel (goedkope) elektriciteit produceren. Voor veel bedrijven is flexibel gebruik nieuw en complex. Energieproducenten, brancheverenigingen, netbeheerders en overheden hebben teogezegd bedrijven te helpen met technische ondersteuning.
De betrokken partijen onderzoeken ook de mogelijkheden voor financiële ondersteuning. Daarnaast wil men een onafhankelijk platform inrichten waar de betrokken partijen tools en goede praktijkvoorbeelden kunnen delen.
Provincies en gemeenten gaan daarnaast aan de slag met de ondersteuning van ‘energyhubs’. Dit zijn lokale netwerken, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen, waarin ze opwek, warmte, opslag en verbruik afstemmen. Het lokale gebruik van lokaal opgewekte energie ontlast immers het landelijke stroomnet.