De bedrijven die geen onderdeel zijn van een van de 5 Nederlandse industrieclusters, werken samen in het zogenoemde Cluster 6. Een 12-tal brancheverenigingen vertegenwoordigt een scala van industriële bedrijven die verspreid zijn over heel Nederland.
Net als de andere clusters, werkte ook Cluster 6 vorig jaar een Cluster Energie Strategie (CES) uit. Nu presenteert het samenwerkingsverband een CES voor de provincie Limburg.
29 interviews
De vorig jaar uitgewerkte CES gaf een eerste beeld van de behoeften van de bedrijven aan energie-infrastructuur. Maar ook de zwakke plekken hierin. Nu bracht onderzoeksbureau Water & Energy Solutions voor de provincie Limburg in kaart welke stappen de industrie wil zetten voor de transitie naar CO2-emissievrije productie. De onderzoekers brachten zowel de projecten in kaart als de infrastructuurbehoefte die hieruit volgt.
Het bureau interviewde 29 bedrijven met 39 productielocaties over hun verduurzamingsplannen. Vervolgens deelden ze de data ook met netbeheerders Enexis en Gasunie als input voor hun investeringsplannen.
De geïnterviewde bedrijven staan voor de transitie van fossiele brandstoffen, vooral aardgas, naar elektriciteit en waterstof. Ze committeren zich daarmee aan de doelstellingen van de Rijksoverheid om in 2030 een CO2 -emissiereductie van 51% tegenover referentiejaar 2021 te realiseren. Om vervolgens richting 2050 toe te werken naar emissieloze productie.
Infrastructuur
Bedrijven kunnen alleen overstappen naar andere energiebronnen en grondstoffen als ze tijdig kunnen beschikken over de daarvoor noodzakelijke infrastructuur. Hetzelfde geldt voor de afvang en opslag van CO2. De grootste uitdaging is, zeker in tijden van netcongestie, het tijdig verkrijgen van een vergrote elektriciteitsaansluiting en transportcapaciteitsgarantie.
Veel bedrijven willen hun processen elektrificeren. Daardoor hebben ze in 2030 3 keer meer elektrische aansluitcapaciteit nodig dan ze nu hebben. Omdat ze vaak nog strategische keuzes moeten maken, hebben bedrijven vaak geen of onduidelijke plannen na 2030. Daardoor zijn de schattingen voor de aansluitcapaciteit na 2030 nog onnauwkeurig. De behoefte aan aansluitcapaciteit in 2050 kan hierdoor groter worden dan het CES nu inschat.