Kabinet reserveert € 9 miljard voor waterstofproductie

26-06-2023

Minister van Klimaat en Energie Rob Jetten informeerde de Kamer over de plannen van het kabinet voor de ondersteuning van opschaling van waterstofproductie via elektrolyse. Ook werkt de minister aan instrumenten om de industrie te verplichten steeds meer hernieuwbare waterstof te gebruiken.

Branches

Keramische industrie
Levensmiddelenindustrie
Chemische industrie
Metallurgische industrie
Papier- en kartonindustrie
Glasindustrie
Afval- en recyclingsector
ICT-sector
Olie- en gasexploratiebedrijven
Kunststoffenindustrie

Industrieclusters

Cluster Chemelot
Cluster Noord-Nederland
Cluster Noordzeekanaalgebied
Cluster Rotterdam-Moerdijk
Cluster Zeeland/West-Brabant
Cluster 6
Cluster 7

Industrieroutes

Waterstof

Foto: Shell

In de transitie naar een CO2-neutrale economie speelt waterstof een belangrijke rol. Minister Jetten verkent dan ook de instrumenten om de waterstofeconomie op gang te helpen. De plannen van de minister richten zich zowel op de productie en import van hernieuwde waterstof als vraagsturing bij de industrie.

Wat betreft de productie, beoogt het kabinet in 2024 een extra € 1 miljard uit het klimaatfonds beschikbaar te stellen voor grootschalige elektrolyse. Dit is dus bovenop de de subsidies die al bestaan voor elektrolyse, zoals SDE++ en IPCEI. De jaren daarna zou nog eens € 3,9 miljard beschikbaar moeten komen voor opschaling.

Afnameplicht

Aan de afnamekant, overweegt de minister de industrie te verplichten om vanaf 2026 steeds meer hernieuwbare waterstof te gebruiken. Hiermee loopt Jetten vooruit op een Europees akkoord over bindende waterstofdoelen.

Jetten benadrukt daarbij dat hij de afname van groene waterstof alleen kan verplichten als er voldoende aanbod is, vergunningen tijdig worden verstrekt en de waterstofinfrastructuur op tijd klaar is. De eerste jaren ziet hij dan ook nadrukkelijk als een testfase. Jetten: “Om te voorkomen dat de verplichting leidt tot prijsstijgingen, kijk ik naar onder meer het gebruik van verhandelbare plichten en het schuiven van plichten tussen jaren.”

Subsidie

Naast de stok van een verplichting, verkent het kabinet de mogelijkheid om investeringen die noodzakelijk zijn voor het gebruik van hernieuwbare waterstof aantrekkelijker te maken. Subsidies voor waterstofgebruikers zouden de kosten voor ombouw van installaties of het gebruik van hernieuwbare waterstof moeten dekken.

Waterstofproductie

In de tussentijd wordt hard gewerkt om de productie, transport en opslag van waterstof mogelijk te maken. De EU verplicht Nederland een deel van zijn waterstofgebruik te verduurzamen. Dat betekent dat Nederland in 2030 zo’n 4 GW aan elektrolysecapaciteit moet hebben.

Veel van het succes is afhankelijk van de groei van met name offshore windenergie en de aanlandings- en transportcapaciteit. Een van de oplossingsrichtingen is het bouwen van elektrolysers op zee. Daarmee zou de opgewekte energie direct als waterstof kunnen aanlanden. Om dit mogelijk te maken investeert het kabinet € 1,8 miljard in offshore elektrolyse. Tot slot is ook nog een bedrag van € 250 miljoen uitgetrokken voor grootschalige waterstofopslag in zoutcavernes.

Import

Inmiddels is duidelijk dat niet alle benodigde waterstof lokaal kan worden geproduceerd. De minister werkt momenteel aan een importtender via H2Global.  Het kabinet investeert € 300 miljoen uit het Klimaatfonds in de import van groene waterstof of ammoniak .

Andere sectoren, andere bronnen

De focus voor waterstof uit elektrolyse ligt momenteel vooral bij de industrie en mobiliteit. De EU eist voor deze branches zeer ambitieuze hernieuwbare energiedoelen. Daardoor verwacht de minister dat de waterstofvraag in andere sectoren vooral met waterstof uit andere energiebronnen wordt ingevuld. De elektriciteitssector zou bijvoorbeeld aardgas, industriële restgassen of restafval kunnen inzetten voor de productie van waterstofgas.

Herberekening SDE++

Een obstakel in de grootschalige ondersteuning van waterstofproductie is de eis van de EU om alleen waterstof te subsidiëren die is gemaakt met behulp van groene stroom. Daardoor krijgen investeerders in elektrolysecapaciteit maar een deel van hun onrendabele top vergoed. Het Planbureau voor de Leefomgeving maakt nu een herberekening van de subsidiebedragen en draaiuren. Daarmee zou groene waterstof uit elektrolyse mogelijk minder SDE++ subsidie ontvangen. Dat geldt overigens niet voor elektrolysers die direct zijn aangesloten op een wind- of zonnepark.

Tegelijkertijd onderzoekt de minister de mogelijkheid om de SDE++ subsidie voor elektrolyseprojecten juist te verruimen. Het PBL onderzoekt momenteel of dit mogelijk is.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen