Het aandeel zonnestroom in de Nederlandse energiemix groeit snel. Afgelopen jaar produceerden de zonnestroomsystemen in totaal 16.827 megawatt aan stroom. Dat is 14 procent van het totale aandeel hernieuwbare energiebronnen.
Toch zijn niet alle projecten met zon-fotovoltaïsche systemen onomstreden. Met name grote parken op landbouw- en natuurgronden stuiten op weerstand van de omgeving. Bovendien is de aansluitcapaciteit van de netten in deze gebieden ook niet altijd voldoende. Het kabinet wil daarom meer sturing om slim gebruik te kunnen maken van de beschikbare fysieke ruimte en de ruimte op het elektriciteitsnet.
4 treden
Met de ‘Voorkeursvolgorde Zon’ stuurt het kabinet langs vier opeenvolgede treden op een multifunctioneel gebruik van de ruimte:
- Trede 1: Zonnepanelen op daken en gevels
- Trede 2: Onbenutte terreinen in bebouwd gebied
- Trede 3: Onbenutte terreinen in landelijk gebied
- Trede 4: Landbouw- en natuurgronden
Uitgangspunt is dat zonnepanelen zoveel mogelijk op daken en gevels worden geplaatst of in combinatie met ander gebruik. Dit legt geen extra beslag op de ruimte. Het kabinet stimuleert de plaatsing van zonnepanelen op daken van gebouwen, kassen, industrieterreinen, stortplaatsen en boven parkeerplaatsen. Belangrijke voorwaarde is dat multifunctionele combinaties landschappelijk goed inpasbaar zijn en bijdragen aan de doelen voor de opwek van duurzame energie.
Zonnepanelen op natuur- en landbouwgronden (trede 4) worden zoveel mogelijk beperkt. Voor deze gronden geldt het principe van ‘nee-tenzij’.