Huneman is al sinds een jaar kwartiermaker van stichting Cluster 6, waarin 10 brancheverenigingen zijn vertegenwoordigd. Die functie zal iets naar de achtergrond verdwijnen om plaats te maken voor de opdracht om knelpunten in de infrastructuur te agenderen en de industrie te ondersteunen bij haar verduurzamingsopdracht.
Industriële en bestuurlijke ervaring
Dat Huneman affiniteit heeft met de industrie mag duidelijk zijn. Al helemaal gezien haar achtergrond bij bedrijven als aardappelzetmeelproducent Royal Avebe en chemiebedrijf AkzoNobel (nu Nobian). Maar ook haar bestuurlijke ervaring bij de provincie Groningen en energiecoöperatie Grunneger Power zal haar helpen de haast onmogelijke taak te volbrengen om de door het land verspreide industrie te helpen bij de energietransitie.
“Ik gun mezelf ook wel even tijd om in de functie te groeien”, zegt Huneman. “We zijn nog maar net een jaar bezig met het opzetten van de Cluster 6-organisatie, wat al knap uitdagend is. Want ondanks de bereidheid van de brancheverenigingen om samen te werken, vertegenwoordigen ze wel heel uiteenlopende branches met hun eigen wensen en eisen.
Met een klein bureau proberen we tegelijkertijd gevoel te houden bij de inhoudelijke vragen die er spelen terwijl we ook moeite moeten doen om de stakeholders aan boord te houden. Want naast de bedrijven in de verschillende sectoren, strekt het speelveld zich uit naar netbeheerders, gemeentes, provincies en de Rijksoverheid. En dat in 12 provincies. Waar de andere clusters het al druk genoeg hebben met het samenstellen van 1 Cluster Energie Strategie (CES, red.), werken wij aan 10 provinciale CES-en (PCES). Gelukkig hadden we vorig jaar al die voor Limburg en Noord-Brabant gemaakt.”
Energietransitie vraagt om ambitie en handelingsperspectief
In haar rol van clusterregisseur wil Huneman vooral samen met de stakeholders zoeken naar handelingsperspectief. “Zowel bedrijven als netbeheerders willen stappen naar voren zetten”, zegt Huneman. “In de praktijk verzanden ze echter vaak in semantische discussies doordat ze elkaars taal niet spreken. Het is een mooie uitdaging om de vertaling te maken en partijen echt inhoudelijk aan elkaar te koppelen. We spreken steeds over dé netbeheerder en dé industrie, maar uiteindelijk gaat het om mensen die het met elkaar op persoonlijk vlak moeten vinden en die elkaar moeten begrijpen.”
Dat dat handelingsperspectief onder druk staat, is inmiddels wel duidelijk. Bedrijven die willen elektrificeren, wachten vaak jarenlang op de benodigde capaciteitsuitbreiding. Waterstof kan een alternatief bieden, maar het duurt nog zeker tot 2029 voordat het eerste bedrijf buiten de 5 clusters aansluiting krijgt op het waterstofnet.
Huneman: “Ook de tijdlijnen van de industrie en de netbeheerders lopen ver uit elkaar, terwijl hun planvorming grote wederzijdse afhankelijkheden kennen. De netbeheerders leggen hun investeringsbeslissingen voor de komende 10 jaar vast terwijl de industrie een veel kortere horizon heeft. Een bedrijf kan echter pas investeren in nieuwe systemen als het zeker weet dat een netaansluiting kan krijgen. Terwijl netbeheerders pas kunnen uitbreiden als bedrijven concrete investeringsplannen hebben. De regionale netbeheerder is voor zijn planning op zijn beurt weer afhankelijk van de nationale netbeheerder en vice versa.
En dan hebben we het alleen nog maar over het elektriciteitsnet. Er zijn te veel afhankelijkheden om echt concrete afspraken te maken, terwijl de industrie dat wel nodig heeft. Dat een bedrijf pas in 2029 een waterstof- of elektriciteitsaansluiting kan krijgen, is misschien geen fijne boodschap. Maar het geeft wel duidelijkheid. Pas als de plannen vastliggen, kan de overheid werken aan flankerend beleid om bedrijven in de tussentijd financieel gezond te houden.”
PCES levert kwalitatieve impuls voor planvorming
De PCES die stichting Cluster 6 liet uitvoeren, gaf al een aardig beeld van de industrie in de provincies Noord-Brabant en Limburg. Huneman: “We leerden meerdere lessen van deze eerste uitvraag, waarvan misschien wel de belangrijkste was dat kale cijfers niet zoveel zeggen. Een bedrijf kan wel zeggen hoeveel stroom hij nodig denkt te hebben, maar je hebt echt context nodig om te kunnen bepalen of dit een probleem vormt voor het energiesysteem.
Om met een gedragen oplossing te komen is het van belang om alle stakeholders vanaf dag een te betrekken. Daarom starten we met een kick-off met de provincie, industrie, netbeheerders en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. We verzamelen en bespreken de toekomstplannen van de bedrijven. Terwijl de energie-experts van Water & Energy Solutions ze inhoudelijk beoordelen. Daarna dragen we de data, inclusief context over aan de netbeheerders. Die vertellen vervolgens op hun beurt waar ze knelpunten voorzien. Door deze gedragen procesaanpak met bijdragen van alle stakeholders kunnen we op procesniveau zien waar bedrijven de komende jaren in willen en kunnen investeren.”
Lokale oplossingen met landelijke steun
Hoewel standaardisatie in de uitvraag en uitvoering van de PCES-en vooraan staat, verwacht Huneman geen standaard verduurzamingsstrategie voor Cluster 6. “Daarvoor zijn de regionale verschillen te groot. We moeten juist zoeken naar lokale oplossingen en daar de nationale (financiële) regelingen op aanpassen.
Het is sowieso lastig om een generieke aanpak te vormen voor deze heterogene groep bedrijven in hun lokale omgeving. Dat zie je bijvoorbeeld in onze casus-aanpak en nu bij de landelijke maatwerkaanpak. We kijken bijvoorbeeld naar welke rol e-hubs en lokale flex-deals kunnen spelen. De noodzakelijke oplossingen zullen per bedrijf verschillen afhankelijk van de lokale situatie, resulterend in een transitiepad per bedrijf. Het gaat namelijk om het samenspel tussen alle energiegebruikers in de regio.”
De opdracht is duidelijk
Het is goed om te zien dat alle partijen keihard bezig zijn met de energietransitie. Een transitie die piept en kraakt en waarbij het af en toe schuurt tussen de verschillende belangen. En dat hoort en is niet erg, als iedereen maar open staat voor verbetering. “Als ik een speerpunt kan noemen in mijn rol als clusterregisseur dan is het wel de verbinding zoeken. We moeten elkaar vinden in de gezamenlijke opdracht om de industrie op een gezonde manier te verduurzamen. Mijn opdracht is om dat te faciliteren en bespreekbaar te maken waar het vastloopt. Alleen zo kunnen we de transitie versnellen.”
Clusterregisseurs: bruggenbouwers voor verduurzaming
Een intensievere samenwerking tussen publieke en private partijen is essentieel om de verduurzaming van de industrie te realiseren. Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie geeft die publiek-private samenwerking in belangrijke mate vorm in de 6 industrieclusters. Daar vindt afstemming plaats over investeringsbeslissingen, ruimtelijke inpassing, vergunningverlening, en projectuitvoering in de industrieclusters.
De aanpak in de clusters vraagt een goede organisatie tussen industrie, netbeheerders en overheden, om te zorgen dat bedrijven en netbeheerders in goede samenhang investeren in verduurzamingsprojecten. Clusterregisseurs versterken de samenwerking tussen die partijen in het cluster op het gebied van programmering en uitvoering van projecten.
De clusterregisseurs zijn:
- Tjisse Stelpstra, cluster Noord-Nederland
- Ingrid Post, cluster Noordzeekanaalgebied
- Cees Oudshoorn, cluster Zeeland
- Anne-Marie Spierings, cluster Rotterdam-Moerdijk
- Mark Verheijen, cluster Chemelot
- Barbara Huneman, Cluster 6
Meer weten?
Overzichtspagina clusterregisseurs