De feestelijke opening begin dit jaar, door Frans Timmermans, is vanwege corona uitgesteld, maar de productielijn van Healix, in Maastricht, draait sindsdien wel volop. De eerste machine versnijdt afgedankte landbouwtouwen en -netten, de tweede wast en droogt het spul en in de derde wordt het versmolten, gefilterd en gegranuleerd tot korrels. ‘Daarvan kan dan weer synthetisch bindmateriaal voor strobalen worden gemaakt’, legt oprichter Marcel Alberts uit.
In 2019 levert hij met zijn distributiebedrijf EuroFibres nog kunststofvezels voor de nautische (sport)sector en de visserij, die van aardolie worden gemaakt. ‘Dat bedrijf had ik met een oud-collega van DSM opgezet, in 2011. Aan verkoop dachten we helemaal niet, want met vijftien man haalden we een omzet van €15 mln en we groeiden nog steeds.’
Maar investeringsmaatschappij Active Capital Company wil het bedrijf graag hebben om het samen te voegen met Lumat, dat in industriële garens handelt. Alberts verkoopt zijn belang aanvankelijk deels en blijft aan om voor de nieuwe combinatie FibrXL de markt in Amerika te veroveren. ‘En toen sloeg corona toe. Omdat ik moedeloos was geraakt doordat ik niet meer naar de VS kon reizen en onze omzet zag teruglopen, spoorde een managing partner van Active me aan andere activiteiten voor FibrXL te onderzoeken.’
Met zo’n twintig jaar ervaring in de branche realiseert Alberts zich dat de technische textielindustrie (alles wat geen kleding is) medeverantwoordelijk is voor de uitputting van fossiele grondstoffen en er op termijn niet aan ontkomt een oplossing in recycling te vinden. ‘Active zag dat ook in en ik mocht me gaan verdiepen in de wereld van recycling en circulariteit.’
Hoe meer Alberts erover leest, hoe overtuigder hij ervan raakt dat dit de richting is die hij wil inslaan. Hij organiseert Project Healix, een hackathon waarbij klanten en leveranciers samen nadenken over de vraag hoe de technische textielsector circulair gemaakt kan worden.
Het enthousiasme van de deelnemers en de vele ideeën en inzichten die uit de hackathon ontspruiten, motiveren Alberts de rest van zijn aandelen in FibrXL te verkopen en een recyclingfabriek voor hoogwaardige maritieme touwen en netten op te zetten. ‘Ik zat eerst helemaal op het spoor van recycling van visnetten, maar waar haal je die zo snel vandaan? Je moet er genoeg hebben van een vergelijkbare kwaliteit om die rendabel te kunnen recyclen.’
Veel makkelijker blijkt het om aan grote hoeveelheden afgedankt landbouwplastic van een consistente kwaliteit te komen die in Frankrijk wordt ingezameld. Als Alberts via LinkedIn laat weten zijn focus te verleggen, meldt Tama zich. Dit Israëlische bedrijf met een fabriek in Hongarije is geïnteresseerd om van de korrels bindtouw voor strobalen te maken.
Verzekerd van afval en een potentiële eerste klant draait Alberts in twee maanden tijd een businessplan in elkaar, op basis waarvan ook Active Capital Company en Tama willen investeren in Healix, zoals het bedrijf gaat heten. De volgende stap is de aanschaf van machines, die negen maanden later worden geleverd.
‘Om er weer supersterk synthetisch garen van te kunnen maken, moeten de korrels voor hergebruik zo zuiver mogelijk zijn. De wastechnologie die de fabrikant exclusief voor ons heeft ontwikkeld is daarvoor cruciaal.’
In afwachting van de machines komt de financiering verder rond met onder meer een Veki-subsidie van €2,4 mln, van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. ‘Zonder die RVO-subsidie was het niet gelukt.’
Healix recyclet inmiddels meer dan alleen Frans landbouwplastic en heeft de ambitie om visnetten te recyclen niet losgelaten. ‘In april of mei verwachten we vanuit Canada een eerste lading netten, die The Ocean Cleanup uit zee viste.’
Bron: Financieel Dagblad