Gebrek aan lef kan je Swinkels Family Brewers niet verwijten. Het bedrijf, dat met name bekend is van Bavaria-bier, investeerde al in gedeeltelijke elektrificatie van zijn brouwerij in Lieshout. Maar het klapstuk was wel de volledig elektrische mouterij in de Groningse Eemshaven. Manager Operations Edwin Evers van Swinkels-dochter Holland Malt is niet bang zijn inzichten en geleerde lessen bij beide vestigingen van de bierbrouwer te delen: “Je bouwt toch geen voorsprong op door te kopiëren. Je zult je eigen pad moeten uitstippelen en trouw blijven aan je visie. Anders kom je nergens.”
Gelukkig besloot Swinkels al jaren geleden om te elektrificeren. Anders was de ombouw van de mouterij er misschien nooit gekomen. Evers: “De huidige prijs voor elektra is voor veel bedrijven een essentiële factor in de bedrijfsvoering. We kunnen gebruik maken van de SDE++- subsidie om de onrendabele top te compenseren, maar voor de businesscase zou een lagere energiebelasting helpen. Het mout dat wij wereldwijd verkopen is namelijk een commodity waar de prijs doorgaans de doorslag geeft voor onze klanten. Natuurlijk helpt het dat we groen produceren, maar die groene opslag moet wel in balans zijn met de totale kostprijs.”
Beter voor volgende generatie
Dat Swinkels zijn nek durft uit te steken, heeft volgens Evers vooral te maken met de bedrijfscultuur. “Swinkels is een typisch familiebedrijf. De aandeelhouders hebben met elkaar afgesproken dat de huidige generatie de brouwerij in betere staat moet overhandigen aan de volgende generatie. Een duurzame brouwerij zorgt namelijk niet alleen voor een beter milieu, maar ook voor een stabiele bedrijfsvoering. Maar natuurlijk helpt het ook dat we ondersteuning krijgen via de Demonstratie Energie en Klimaat (DEI+)-subsidie.”
Warm water vervangt stoom
Toch doen ook de niet-familiebedrijven er goed aan om dezelfde waardes na te streven. De duurzame investeringen blijken volgens Evers namelijk in de praktijk redelijk stabiel in waarde. “Veel bedrijven onderschatten de besparing die mogelijk is wanneer ze verduurzamen. Doordat we de wens uitspraken om CO2-neutraal te produceren, moesten we de processen kritisch onder de loep nemen. Als je kritisch kijkt naar het moutproces, dan moet je concluderen dat je geen stoom nodig hebt. Warm water is voldoende. En als je dan elektrificeert, kies dan ook voor een technologie met de hoogste efficiencygraad, ofwel coëfficiënt of performance (COP). Een COP van 3,5 of hoger maakt de hogere investering van een warmtepomp al zeer interessant omdat je voor elke ingebrachte kilowatt stroom, je 3,5 kilowatt terugkrijgt. De berekeningen die wij maakten, zijn van toepassing op een groot deel van de levensmiddelenindustrie. Gezien de richting die Nederland opgaat met een hoger aandeel duurzame stroom, CO2-belasting én het afnemende aantal emissierechten is er eigenlijk maar één keuze: elektrificeren.”
Energiemarkt is in transitie
Dat diezelfde transitie nog niet volledig is doorgevoerd in Lieshout, heeft alles te maken met de wet van de remmende voorsprong. Evers: “De brouwerij bedrijft al jarenlang een warmtekrachtinstallatie (wkk) die wordt gevoed met biogas uit onze eigen waterzuivering. In de huidige volatiele elektriciteitsmarkt speelt zo’n wkk nog een cruciale rol. We kunnen daarmee vermogen aanbieden op de elektriciteitsmarkt en zo de netbeheerder helpen bij het balanceren van het net. Dat neemt niet weg dat we ook hier elektrificeren en processen verwarmen met warmtepompen. Bovendien breidden we het warmtesysteem uit met een buffervat zodat we ook daar kunnen inspelen op de energieprijzen.”
Hoe de verdere verduurzaming van de brouwerij vorm krijgt, hangt met name af van de ontwikkelingen op de energiemarkt. “In de huidige energiemarkt zijn die keuzes nog niet zo gemakkelijk te maken”, zegt Evers. “We kunnen de gehele fabriek elektrificeren en het gas verder verwerken tot groen gas en verkopen. De vraag is of dat op dit moment de meest duurzame oplossing is. Zeker omdat onze wkk nog een belangrijke balansfunctie vervult. Dan willen we de basisprocessen aanpassen, zodat we een zo laag mogelijke brontemperatuur mogelijk hebben. Vervolgens is de vraag of we daar ook nog een e-boiler aan toevoegen om eventuele elektriciteitsoverschotten om te zetten in warmte. Dan zouden we ook nog extra warmtebuffers kunnen aanleggen. Kortom: keuzes zat.”
Volledig nieuwe bedrijfsvoering
Evers wil de overstap naar een elektrisch aangedreven proces zeker niet bagatelliseren. “Zo’n stap vergt veel van je organisatie. We hebben kilometers nieuwe, dikke pijpen aangelegd, instrueerden operators hoe ze de processen moeten inregelen en de technische dienst hoe ze het nieuwe systeem kunnen onderhouden. Ook de inkoop op de elektriciteitsmarkt is een nieuwe tak van sport voor ons. De prijzen fluctueren veel meer dan op de gasmarkt. We hadden hiervoor bijvoorbeeld nooit te maken met nomineren. Ik wil mensen niet ontmoedigen dezelfde stap te zetten, maar denk niet dat het simpel overschakelen is op een nieuwe energiebron. Je moet echt bij iedere stap nadenken wat de gevolgen zijn voor je energiebalans. Vroeger zette men op maandagmorgen even de stoomkraan open om de boel snel op te warmen. Dat kan nu niet meer.”
Meer weten?