Overleg met TenneT maakt energy hub Overbetuwe toch mogelijk

29-05-2024
{0} reacties

Een plan voor verduurzaming van bedrijventerrein De Aam in het Gelderse Elst dreigde te stranden door congestie in het hoogspanningsnet. Stichting Parkmanagement Overbetuwe paste in overleg met TenneT zijn plannen aan en kon doorgaan met Powerhub Overbetuwe.

Industrieroutes

Elektrificatie

Dat ondernemers risico durven nemen, bewijst het voorbeeld van Stichting Parkmanagement Overbetuwe (SPO). Parkmanager Etienne Schiffelers van PWF Projectmanagement ondervond dat aan den lijve toen de erkende maatregelenlijst (EML) in beeld kwam. De rijksoverheid verplicht bedrijven om energiebesparende maatregelen te nemen via de Energiebesparingsplicht. Dankzij de EML hoeven bedrijven niet op individueel niveau alle maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder in kaart te brengen. 

Schiffelers: “Als parkbeheerder van industrieterrein De Aam zagen we als snel de voordelen van een gezamenlijke aanpak. En dus ging ik alle 150 bedrijven stuk voor stuk af om te vragen of ze wilden meedoen aan een collectieve powerhub. De combinatie van 2 zonneparken met een 4 MW batterij en gezamenlijke laadinfrastructuur helpt bedrijven helpen bij het verminderen van hun uitstoot. We hadden ook al rekening gehouden met de noodzakelijke uitbreiding van de netcapaciteit.”

Rode vlaggen qua planning

Toen ook de financiering rond was, leken alle seinen op groen te staan. Maar als snel doken er toch rode vlaggen op die de planning naar achteren verschoven. Schiffelers: "Al snel bleek dat wet- en regelgeving rond energy hubs niet duidelijk was of veranderde zodra we wisten wat van ons werd verwacht. Ook de wisselende energieprijzen gooiden steeds weer roet in het eten. We wilden ook nog gebruik maken van subsidie. Gelukkig werden toen de Regio Deals kenbaar gemaakt en dachten we aanspraak te kunnen maken op € 7,2 miljoen.” 

In de Regio Deals werken rijksoverheid en regio's samen om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers te verhogen. Het rijk betaalt maximaal de helft van elk benodigd bedrag. De regio betaalt zelf ook mee.

Schiffelers: ”Helaas stelde de overheid het totale subsidiebudget naar beneden bij en moesten ook wij onze aanvraag bijstellen. Na wat schrappen, kwamen we uit op een bedrag van € 3,6 miljoen.”

Netcongestie gooit roet in het eten

Inmiddels waren alle rode vlaggen weggewerkt. SPO kon beginnen met het uitvoeren van de plannen. Liander diende de aanvraag in bij TenneT. Maar toen vertelde Tennet dat het geen aanvragen meer goedkeurde vanwege netcongestie. “Het bestuur van de stichting wilde de handdoek in de ring gooien en het project stopzetten”, zegt Schiffelers. “Die mededeling deden we ook op de social media. Die mededeling, ‘we stoppen ermee’, werd 180 duizend keer bekeken. Uiteindelijk werd die ook opgepikt door de landelijke media. Ineens kregen we veel belangstelling vanuit de politiek. Er werden zelfs Kamervragen gesteld.”

Misschien nog wel belangrijker was dat TenneT zich met de zaak ging bemoeien. “Eerlijk gezegd hebben we TenneT daarvoor nog nooit zelf gesproken”, zegt Schiffelers. “In de dialoog met de netbeheerder kregen we meer inzicht in hun beweegredenen. Ook konden we onze plannen aanpassen aan wat wél mogelijk was.”

Noodstroomvoorziening gaf doorslag

Na overleg bleek dat TenneT niet pertinent tegen de plannen was van Overbetuwe, maar dat het wel meer regie wilde houden. Schiffelers: “We gaven TenneT meer grip door ze de mogelijkheid te geven om op de achtergrond mee te sturen. Bovendien deelden we mee dat we niet direct een groepscontract wilden.” Met zo’n groepscontract kunnen bedrijven de capaciteit van én aansluiting onderling verdelen. Dit is echter altijd maatwerk en wordt nog selectief ingezet.  Schiffelers: “We kunnen onze plannen ook uitvoeren zonder groepscontract, maar we willen graag weten wanneer we daar wel voor in aanmerking komen. Dan kunnen we daar rekening mee houden in onze verdere plannen.”

Uiteindelijk bleek de grootste zorg van TenneT redelijk eenvoudig af te wenden. Schiffelers: “Om grote afnamepieken te voorkomen op momenten dat er geen zon en wind is, wilden ze dat we een noodstroomvoorziening in het plan opnamen. Nu hebben we een ziekenhuis in de buurt met een eigen warmtekrachtinstallatie die deze rol prima kan vervullen.”

Geleerde lessen

Schiffelers deelt graag de lessen van de 6 jaar dat hij met dit plan bezig was. “Allereerst adviseer ik bedrijventerreinen met vergelijkbare plannen om de businesscase los te laten. Een sluitende businesscase klinkt als een goed startpunt, maar is slechts een momentopname. Het energielandschap verandert zo snel dat je beter met scenario’s kunt werken. Als je een goed scenario hebt, is financiering geen issue.

Bouw ook vanaf het begin vertrouwen op bij de betrokken bedrijven. Je moet met elkaar samenwerken en hebt daarvoor inzicht nodig in elkaars energieprofielen. Data-uitwisseling is voor veel projecten een essentieel onderdeel. Maar dat kan alleen als partijen erop vertrouwen dat hun data niet op straat komen te liggen.” 

Geen industrieterrein is hetzelfde

De plannen die nu klaarliggen voor Overbetuwe zijn niet zomaar 1 op 1 te kopiëren naar andere bedrijventerreinen. “Daarvoor zijn de verschillen per terrein te groot”, zegt Schiffelers. “Wij beheren nog een aantal andere bedrijfsterreinen met allemaal een andere aanpak. Zo experimenteren we in Harderwijk met een smart energy hub, met sturingskasten achter de meter. In Den Bosch simuleren we het energiesysteem via een digital twin. Dit is een digitale weergave van het echte systeem waarmee we verschillende scenario's virtueel kunnen nabootsen. En ook in Zaltbommel werken we aan verduurzaming van het bedrijventerrein. We leggen hier een warmtenet aan. En onderzoeken hoe we windturbines via Liander kunnen koppelen aan de bedrijven. Ieder bedrijventerrein heeft zijn eigen unieke geschiedenis en samenstelling en vraagt om een eigen aanpak.”

Meer duidelijkheid en kaders

Schiffelers ziet nog meer verbeterpunten in het verduurzamen van bedrijfsterreinen. “Er is nog steeds veel onduidelijkheid over wat wel en niet mag van de toezichthouder. We investeren nu in een batterij met een capaciteit van 4 megawatt, maar we zouden op den duur wel 18 megawatt opslagcapaciteit willen hebben. Het is nu nog onduidelijk of dit mag. Hetzelfde geldt voor waterstof binnen de bebouwde omgeving. 

Ook de subsidies komen in mijn ogen niet altijd op de juiste plek terecht. De Specifieke Uitkering Bedrijfsmatig Vastgoed (SpUk BV) beperkt zich tot de financiering van een consultant. Terwijl we dat geld liever ten goede laten komen aan de ondernemers die hun nek uitsteken. En dan zou ik het liefste ook meer experimenteerruimte willen hebben. De netbeheerders beperkten de pilots voor groepscontracten tot 2 stuks per verzorgingsgebied. Dat zijn 12 pilots, terwijl er meer dan 800 bedrijfsterreinen in aanmerking komen voor een energy hub.”

Samenwerking is de sleutel

Schiffelers is ervan overtuigd dat de energietransitie mogelijk is. “We moeten meer samenwerken, want daarmee sta je echt sterker. Of het nu publiek-private samenwerking is of samenwerking tussen stakeholders. We komen verder als we elkaar vertrouwen, ons minder risicomijdend opstellen en open staan om te leren van anderen. Als je dat goed doet, kan je de energietransitie zelfs versnellen.”

Kom naar de Nationale Industriedialoog Energy Hubs

Donderdag 20 juni 13:00 – 17:00 uur - Lumen Hotel, Zwolle

Etienne Schiffelers is één van de sprekers op de Nationale Industriedialoog Energy Hubs. Samen met sprekers van onder andere Liander en TenneT deelt Schiffelers zijn inzichten en ervaringen met diverse energy hubs.

Heb je zelf plannen met een energy hub? Of loop je met je elektrificatieplannen vast vanwege netcongestie? Kom dan naar Zwolle en stel je vragen aan de experts.

Meld je aan

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen